Ik ben een beetje uit balans de laatste tijd. De ene dag is heel oké terwijl de andere dag bagger is. Dat is ook niet zo gek, want ik ben m’n structuur aan het veranderen. Ik ben aan het proberen ‘s middags niet meer te slapen. Dat is dan ‘s avonds wel goed slaap.
Dat ik uit balans ben maakt mij wel onzeker, want wanneer doe ik het goed? Wanneer doe ik te veel? Wanneer doe ik te weinig? Wanneer ben ik in balans? Wanneer niet?
Ik leef wat dat betreft eigenlijk altijd in angst. Als het goed gaat en ik in balans ben is dat heel fijn. Er zit echter een schaduwkant aan. Ik kan niet altijd in balans zijn, de angst dat er weer dagen komen dat het minder gaat, is er altijd. Aan de andere kant zijn de dagen dat het minder gaat ook niet zorgeloos. Die dagen werk ik aan dat het geen slechte dag wordt. Die angst is er ook altijd op een mindere dag.
Nu ik weer bewust bezig ben met m’n structuur en balans, ben ik bij veel activiteiten over de dag bezig met die angst. Of dit doen wel verstandig is, of ik met een bepaalde activiteit mezelf niet overprikkel, of juist onderprikkel door het niet te doen. Die afweging maak ik telkens in mijn hoofd. Ik ga ook wel eens mee met de flow, altijd verstandig zijn is niet altijd leuk. Dat is heerlijk, maar daarna komt vaak de klap weer.
Dit vind ik heel zielig klinken, altijd in angst leven. Het is niet zielig, het is wel de realiteit. Een andere kant van zo moeten leven is dat ik extra geniet van de goede momenten. De dagen dat het wel redelijk gaat. De dagen dat ik wat kan. Iets kleins, of iets groots, voor mij. Ik geniet en dat is het belangrijkst!
Geef een reactie