Leven met niet-aangeboren hersenletsel

Categorie: Fysic health (Pagina 2 van 2)

Sociaal

Het is hier deze week kermis, waar ik eerst een feestbeest was, kan ik dat nu niet meer. Ik vind sowieso het sociale aspect met NAH een heel ding. Mijn sociale kring is veel kleiner dan ik wil. Ik heb er simpelweg de energie niet voor.
Dit weekend was een housewarming van iemand, in Amsterdam. Daar zou ik heen willen. Het is in Amsterdam, er zijn waarschijnlijk veel mensen en het is in de avond. Het is dan een afweging die ik maak, met geen denderende week, moet ik voor mezelf kiezen. Ik geef toe, ik moet meestal voor mezelf kiezen.
Door de NAH kan ik mij niet altijd laten zien. Er echt zijn kan ik niet altijd, maar ook als ik er ben, mezelf ook echt laten zien. Dat komt ook door vermoeidheid en het aantal prikkels.

Oud en nieuw (het is lang geleden) vind ik wel een goed voorbeeld dat het wél kan. We waren met vier personen, niet te druk, bij ons thuis. Een hele gezellige avond! Een beetje dansen, gek doen en het nieuwe jaar goed beginnen. Van zulke avonden geniet ik extra. Ik was die dag erna niet topfit, maar het was het waard.
Het is eigenlijk constant aanpassen en vaak voor mezelf kiezen. De dingen die ik wel doe, iets aanpassen, op rustige momenten komen bijvoorbeeld of korter er heen gaan, of bij ons thuis afspreken. Binnen of buiten met veel prikkels, maakt een essentieel verschil. Buiten houd ik langer vol, dan binnen.
En soms gaat het ineens wel of niet, daar heb ik dan ook geen verklaring voor. Mijn NAH is niet altijd te volgen.
Jammer vind ik het wel, dat ik niet meer zo sociaal kan zijn en dus ook vaak moet afzeggen. Ik geniet des te meer van de dingen die nog wel gaan op goede dagen!

Verhuizing en WMO

Ik ben verhuisd, mijn vriend en ik wonen nu officieel samen. Nu is het wel wat geregel met het WMO vanuit de gemeente. Mijn fiets is gehuurd vanuit de gemeente en ik wil graag ambulante begeleiding. Dat moet ik ook regelen bij de WMO.
Dat hield mij wel een beetje tegen om te gaan verhuizen, dat geregel. Nu ik niet meer aan werk hoef te denken en iets meer tijd heb, heb ik meer tijd voor de WMO. De eerste stappen zijn al gezet, ik heb de aanvraag ingediend en de aanvraag is ook al goedgekeurd. Dat is alvast heel fijn.


Nu moet ik ongeveer acht weken wachten, totdat ik een afspraak krijg voor een gesprek om te bespreken hoe en of ik de hulp krijg.
Een andere gemeente, nieuwe mensen, je weet nooit hoe zij werken. En hoe zij zijn, bij mijn vorige gemeente ging het allemaal goed. Dit is weer spannend.
De keuze van mijn fiets is tot stand gekomen door een ergotherapeutisch rapport. Ik hoop dat de nieuwe gemeente dat meeneemt in het onderzoek.
Het is allemaal nog onzeker, en waar het eerst mij ook onzeker maakte, denk ik nu, het komt wel. Ik maak mij er niet meer zo druk om. Er zijn professionals om mij heen die mij kunnen helpen. Het komt wel goed! Dit onderwerp wordt dus vervolgd, over twee maanden ongeveer!

Anders

Onder de middag sliep ik altijd een tot twee uur. Rusten is al een werkwoord voor mij sinds ik zeven jaar oud ben. Als kind hield ik er niet van, ik vond het stom. Naar mate ik ouder werd had ik het naar mijn idee steeds meer nodig. Ik redde de dag anders niet, naar mijn mening. Als rusten je bijna met de paplepel ingegoten is, is dat ook een normale reactie van jezelf.
Ik heb al heel lang in de avond inslaap problemen. Als kind lag ik meestal al heel lang wakker. Ik wist nooit echt waaraan het lag, maar echt goed naar het probleem kijken deed ik ook niet.
Nu weet ik dat het deels een trauma is en dat het aan mijn structuur overdag lag. Lag ja, want dat heb ik grondig aangepakt. Mijn ergotherapeute heeft mij laten inzien dat ik ook anders kan rusten. Dat dat niet altijd betekent om maar te gaan slapen. Ik slaap nu onder de middag nog zelden. En dat verbaast mij nog steeds wel. Ik red de dag dus wel, zonder overdag te slapen. Ik luister nu beter naar mijn lichaam in plaats van uit gewoonte te gaan slapen. Ik heb het heel vaak niet nodig en als ik het een keer wel nodig heb, dan ga ik slapen. Niks ergs aan.


Ik moet wel mijn dag anders indelen heb ik gemerkt. De ochtenden ben ik meestal op mijn best. Heel vaak, als ik de keus heb, plan ik afspraken in de ochtend. In de middag doe ik dan dingen in huis bijvoorbeeld, maar dingen die ik op mijn eigen tempo kan doen.
Waar ik eerst na het middagslaapje nog wel iets met afspraken kon doen, is dat nu een opgave. Het lukt wel, als het moet. Ik kies er nu minder graag voor dan voorheen. Nu zijn de ochtenden productief en de middagen productief op mijn eigen manier of staan in het teken van rusten(op die andere manier).
Die andere manier is bijvoorbeeld lezen, in de zon zitten, wandelen, tv kijken, de kat aandacht geven, podcast luisteren. Allemaal rustige dingen, dingen waarvan ik ontprikkel. Waarvan ik oplaad is nog wel een moeilijk vraagstuk. Dat onderzoek ik nog.
Sociale dingen, impulsieve dingen zijn niet altijd te plannen, maar dat hoeft ook niet! Doordat ik de meeste dagen mijn structuur volg, is er meer ruimte voor impulsieve dingen merk ik. Ik vind dat echt heel leuk, dus ga ze meestal niet uit de weg. Misschien wel een leerpunt, want ik vind op die momenten alles leuk. Ik gun het mezelf aan de andere kant ook, want dat sociale mens zit nog in mij. Een beetje flexibel zijn is belangrijk, want niet alles in het leven past in een planning!

Nieuwere berichten »

© 2024 Enjoy Elsa

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑